13 december 2012
Niet gecategoriseerd
Oh Dennenboom.
Voor de ene omdat de kerstdagen en Oudejaarsdag te vieren zijn, voor de andere gedwongen ATV, voor nog weer anderen een overvloed aan zondagen en voor onze culinaire talenten een extra stimulatie voor het uitbreiden van hun kookkunsten. Al met al een maand waar je niet omheen kunt.
De kerstgedachte verschilt van mens tot mens. Wat is de kerstgedachte? Herinnering aan de geboorte van Kindje Jezus, sneeuw, vorst, warme chocolademelk en Hemaworst, kerstboom, kniepertjes, kaarsen, bezinning, vergeving en nog veel meer. Als je het op de man af vraagt dan blijkt het moeilijker te zijn dan men aanvankelijk had gedacht. De gelaatsuitdrukkingen die gepaard gaan met de dierlijke kreten, spreken boekdelen. Diep moet men graven om een duidelijke uitleg te geven aan de kerstgedachte. Wat is Kerst eigenlijk? Dat is een verjaardag, een geboorteviering. Een tijd van bezinning. Bezinging zullen ze bedoelen. Waar je ook bent, op elke frequentie van elke radio zijn jinglebells te horen.
I’m dreaming of a white X-mas. John Lennon reïncarneert, de herdertjes lagen bij nahahachtu. Onmiddellijk komt het logo van een bekende voetbalvereniging in mijn kerstgedachte. Niet dat ik een feestgevoel krijg bij de gedachte aan Ajax, maar in de Arena krijg je tenminste het idee dat het winter is. Het gras groeit er niet. Na de kerstperiode krijgen we de oliebollentijd. Het nieuwe jaar staat voor de deur. Iedereen krijgt de beste wensen en moge alle goede voornemens tot een groot succes leiden. Nooit zal iemand op 1 maart beginnen met zijn of haar voornemens. Wat heeft 1 januari wat 1 maart niet heeft? Ik doe daar niet meer aan mee. Per 1 januari stop ik met het uitspreken van goede voornemens, eetvoorschriften en rookvrije tijdsbestedingen.
Hoe is het met de drie wijzen, de herdertjes, engelen, schapen, koe, ezel, Jozef en Maria vergaan? Jozef heeft behoorlijk aan de weg getimmerd als PR-adviseur. Maria is als de moeder van God, der mensheid, weliswaar onbevlekt maar niet als een onbeschreven blad de geschiedenisboeken ingegaan. Daar kunnen nog vele moeders jalourdes op worden. De herdertjes staan als hooligans te boek bij Ajax. De engelen hebben carrière gemaakt als clubliedschrijvers van diezelfde vereniging. De koe wordt gepest, de ezel wordt tijdens kinderfeestjes regelmatig in de kont geprikt en de jagers schieten gelukkig de schapen met Kerst mis. Leve de kip, kalkoen en de rollade.
Mijn boodschappenlijst is gereed en ik ga binnenkort op pad. Stille nacht? Nee, want het is koopavond. De hele week bestaat uit koopavonden en alle wijven uit het Oosten zijn bijeen in één en dezelfde winkel. Tenminste zo lijkt het.
Maurice de Hond heeft geconstateerd dat 6% van de Nederlandse moeders buitenshuis werkt. Je zou kunnen stellen dat de overige 94% tijdens schooltijden of tijdens kantoortijden hun boodschappen dan halen. Niets is minder waar. Tientallen kuddes met kinderwagens in elke winkel en dat buiten de reguliere openingstijden.
Waarom? Daar zou Maurice de Hond een enquête over moeten houden. Te laat want Maurice doet dat alleen ongevraagd en in de straten in het Westen des land.
De parkeerplaatsen worden overspoeld met Fiat Panda’s en Suzuki Alto’s. Juist op de momenten waarop je als buitenshuis werkende moeder denkt dat het midden in de week het meest geschikte tijdstip is aangebroken om op jacht te gaan, word je geconfronteerd met het bewonersaantal van je woonplaats.
Een doorsnee week heeft één koopavond. Maar in de periode voor de feestdagen is het elke avond raak. Van de maandagavond tot en met de vrijdagavond is er sprake van een overbevolking. Hoe is dat toch mogelijk?
Gezelligheid kent alle tijd is dan het antwoord. Gezellig met zijn allen, met de kinderwagen en in combinatie met een volle winkelkar door de supermarkt heen slenteren. Je komt altijd wel een bekende tegen. Dan kun je even bijkletsen. Prima idee! Maar moet dat dan uitgerekend op één van die avonden waarop ik heb besloten om het winkelcentrum van Stadskanaal met mijn bezoek te vereren. Moet dat dan uitgerekend in dezelfde supermarkt? Moet dat dan uitgerekend midden in het pad van die winkel? Vriendelijk vraag ik of ik er even langs mag. Alle karretjes gaan opzij en ik krijg ruim baan. Na mijn doorkomst (in 2,3 seconden) sluit zich het pad en zij vervolgen hun conversatie. Alsof ze elkaar in geen jaren hebben gezien. Ik kijk op mijn boodschappenlijstje en realiseer me dat ik weer terug moet via hetzelfde pad. Ik begin met een verontschuldiging en vraag toestemming om wederom de grens te mogen passeren. De keuvelende menigte schrikt op en doet verwoede pogingen om hun winkelkarren aan de kant te drukken. Achteruit parkeren is niet onze sterkste kant, laat staan het achteruit manoeuvreren van een wagentje met vier zwenkwieltjes.
Na de jacht te hebben voltooid ga ik richting de kassa’s. Elke keer weer spannend. Soms heb ik geluk. Soms kan ik direct aansluiten en ben ik ook direct aan de beurt. Soms, heel soms. Vanavond dus niet. Vanzelfsprekend sta ik in de verkeerde rij. Ik kijk wat verveeld om me heen en vervolgens een keer naar het plafond. Er hangt een bordje boven mijn hoofd. Eens even zien wat er op staat. Ik doe een klein stapje naar achteren. Deze kassa is alleen voor boodschappenmandjes! Ik sta midden in de rij met mijn karretje. Ik moet hemel en aarde bewegen om uit de rij te ontsnappen. Vervolgens moet ik een andere kassa uitzoeken en achteraan staan. De Wet van Murphy of zoiets? Een langzaam lopende file in mijn nieuwe rij.
Plotseling draait mijn voorgangster zich om. Ze kijkt verschrikt om zich heen. Ze is nog wat vergeten en rent uit de rij de winkeljungle in. De kar onbeheerd achter zich latend. Heb ik mooi even de tijd om te zien wat er aan soorten mensen voor mij staan. Er staat iemand in de rij zonder kar en zonder mandje. Heeft die gast de plek voor de kassa al ingenomen en zijn vrouw de winkel ingestuurd. Even voegt zijn vrouw, buiten adem, zich bij haar man. Waar ze wel niet bleef hoor ik hem zeggen. Waar ze wel niet bleef? Wel of niet. Kerel, neem een beslissing of ga zelf de boodschappen halen. En natuurlijk heeft de voorste klant de druiven vergeten af te wegen. Via de microfoon wordt Jannie kassa drie omgeroepen. Vreemde achternaam overigens. Terwijl ik sta te wachten check ik in gedachten alle adressen waar ik nog langs moet. Oh ja, ik moet eerst nog even pinnen.
Nee, ik ben weer niet alleen op de wereld. Even wachten nog. Eindelijk ben ik aan de beurt, net als de pinautomaat. De pinautomaat heeft gebrek aan geld, net als ik. Gauw naar de dichtstbijzijnde pinautomaat. Die is wel wat uit de route, maar alle winkels zijn de hele avond open.
Het regent inmiddels. De meeste winkels zijn gelegen in heuse winkelpassages. Fraaie etalages, mooi verlicht en lekker overdekt. Behalve de winkels die op mijn lijstje staan. Met de kraag omhoog en de handen in de jaszakken vervolg ik mijn weg. Na gemiddeld twee passen glijdt mijn schoudertas richting pols. De zwaartekracht is mijn vijand, of zijn mijn (ex)waterpoloschouders toch niet zo breed als gedacht? Ik wijt het aan de identiteitscrisis van mijn schoudertas. Hij heeft altijd al een polstasje willen zijn. Dan maar een tas die mijn rug op kan. De duimen tussen de riemen en mijn schoudergewrichten en met ferme passen vervolg ik mijn weg.
In de wetenschap dat ik de verkeersregels onder de knie heb, loop ik rechts van de stoep. Iedereen schijnt ineens alle etalages vanuit de linkerooghoek te willen bekijken. Ze zijn echt niet anders, hoor! Ik vertik het om als rechtslopende naar links uit te wijken. Dat doe je misschien in de politiek, maar niet op straat. De linkslopende dwarse tegenligger past zich maar bij mij aan.
Na een anderhalve uur heb ik de meeste boodschappen binnen. De rest komt later wel. Ik begin het een beetje koud te krijgen en wil naar huis. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Mijn woonplaats is een 30 kilometer zone. Alle bejaarden zijn vogelvrij verklaard. En we hebben vierkante rotondes. Echt waar! Viertondes noemen ze dat idiote fenomeen. Als je alleen op de viertonde bent mag je naar links gaan zonder de rotonde drie kwart te nemen. Geweldige uitvinding. Buiten het winkelcentrum liggen de echte rotondes. Waar je vervolgens vol-idioten tegen komt die voorrang geven aan de mensen die van rechts komen. Hoera, file op de rotonde. Er is altijd wel iemand die er bovenop knalt. Om met de woorden van Bert Visser te spreken: “ik word niet gauw kwaad, maar HATSEFLATS”. Ik ergerde mij al een tijdje en geef een klap op mijn stuur, op de claxon dus.
Het is half acht en het is nog niet echt donker. Wat wil je ook. Essent wordt gevoed. Heb je alle soorten buitenverlichting eens goed bekeken? Met alle respect voor ieders smaak, maar toch. Wat heeft een verlichte Bambi in je voortuin in hemelsnaam met de Kerst te maken. Tenzij mensen hun kerstmenu duidelijk willen maken. Nooit zie ik mannen hun dakgoten schoonmaken. Maar nu zijn alle contouren van hun huizen zichtbaar gemaakt van de nok tot aan de voordeur. Een boom met lampjes vind ik heel mooi. Mits met zorg de lampjes zijn verdeeld. Soms krijg ik het idee dat ze met 10 meter transparante tuinslang naar het voorste bovenste slaapkamerraam zijn gegaan om de hele rotzooi in één keer naar beneden te gooien. Met een beetje geluk belandt de brandende slang bovenop de enige boom die de voortuin rijk is. En dan die eeuwige trapjes voor elk raam. Vensterbanken die aan en uit gaan. Complete bevolkingen die het verschil niet weten tussen Sint Nicolaas en de kerstman. Voor de laatste keer. Sint Nicolaas gaat via het dak en niet de kerstman met Rudolf het Rendier. Hoe ze die dingen op het dak krijgen dat is voor mij een raadsel.
Alle versierselen zijn in een recordtempo van de zolder gehaald en aangebracht. Vol verwachting klopten vele harten, tijdens de Sint Nicolaasdagen. De middenstand wijst met hun etalagedecoraties op het feit dat het startschot nog niet heeft geklonken. De Kerst komt na de goed heiligman. Enkele rebelerende winkeliers hebben hun kerstspullen wel in hun etalage liggen. Niet elke winkelier profiteert van het Sint Nicolaasfeest. Waarom zouden zij wachten met hun verkooptechnieken en lokmiddelen? Nederland houdt stand. Merck toch hoe sterck.
Er is een groep mensen die zich al helemaal niet meer kan bedwingen na 26 november. Maar dat is te beredeneren. De Adventstijd wordt aangekondigd en dat zie je aan de verlichte kerststerren. Voor vele niet religieuzen het startsein om ook hun kerstspullen te voorschijn te halen. Kerstspullen zoals verlichte Bambi’s; tuinslangen met lampjes; beertjes met geruite broekjes en grote strikken in een kunst kerstboom. Volgens mij kunnen die spullen ook weer met Pasen tevoorschijn worden gehaald. De kerstboom wordt vervangen door takken van de krulhazelaar. De kerstballen worden vervangen door knalgele eieren. Gezellig toch? Maar dat terzijde.
Ik moet me bedwingen om niet al te veel naar de lampjes te kijken. Maar ik zie het overal. Ik maak een kleine omweg. Door bepaalde straten moet je gereden hebben. Dan weet je tenminste waar je gasten het over hebben na de kerstmaaltijd. Een leuke manier om de sombere tijd door te komen. Een rondrit door de meest walgelijk verlichtte straten.
Ik ben eindelijk thuis en ruim de boodschappen op. Eindelijk plof ik op de bank en slaak een diepe zucht. Mijn man heeft de koffie klaar en vraagt of het druk was in het centrum. Met een brede lach op mijn gezicht vertel ik enthousiast over mijn avontuur. Over wie ik allemaal ben tegen gekomen en wat ik allemaal heb gehoord. Met vele theatrale gebaren beschrijf ik de kitscherige verlichtingen die ik onderweg heb gespot. Ik vertel over de drukte in de winkels en dat een heleboel boodschappen goedkoper waren geworden. En wie ik allemaal was tegen gekomen en had gesproken en …., en ….en die …en dat…!. Een half uur later vraagt hij of het erg druk was in het winkelcentrum. Terwijl ik de eerste slok van mijn koffie drink, knik ik bevestigend. En ik vertel hem dat ik morgenavond weer naar het winkelcentrum ga. Gezellig toch?
Fijne kerstdagen en een zalig Hotseflots!